Salma is doing internship in a center for asylum seekers Fedasil machelen.

Salma, een derde jaars studente ergotherapie heeft tot nu toe twee weken stage gelopen in het opvangcentrum Fedasil te Machelen. Er is daar een verscheidenheid aan nationaliteiten, talen en culturen wat ook mooi is om te zien.

Tijdens de eerste week heb ik vooral mee gevolgd en kennis gemaakt met het centrum en de verschillende leden van het multidisciplinaire team. Ik heb me ook meteen op mijn gemak gevoeld. Voor mij was dit ook belangrijk om direct mee te zijn. Ik heb vooral meegelopen met de sociale begeleiders. Ik heb ook al met een aantal bewoners kunnen spreken en heb mezelf voorgesteld. De eerste week was voor mij vooral zoeken om mijn plaats als ergotherapeut te kennen. TAPAS ondersteunt me met een wekelijks supervisie en feedback bezoek van luc Vercruysse, ergotherapeut en board lid van TAPAS ngo.

 

.

Lara-Maeve doet stage in Fedasil Moeskroen. Hier een stukje van haar verhaal.

“Tijdens mijn stage in Fedasil ben ik in aanraking gekomen met verschillende culturen en mensen van over de hele wereld. Het meest interessante vond ik spreken met de residenten over waar ze vandaan kwamen, hun familie, hun taal en gewoontes. Er zijn vooral veel residenten in Fedasil Moeskroen die uit Afrika en het Midden-Oosten komen, maar ook Oost-Europa. Mijn Frans en Engels (en Deep L en Google Translate) hebben me vooral veel geholpen. Er waren zelfs residenten die 5 of 7 talen konden spreken, wat ik indrukwekkend vond.

Ik heb mijn praktijkdeel van mijn bachelorproef over het Kawa model (Michael Iwama) en veerkracht bij verzoekers om internationale bescherming uitgewerkt in Fedasil. Ik vond het heel interessant om te zien hoe verschillende mensen, allemaal met een andere culturele achtergrond, hun eigen interpretaties gaven aan het model. Ik vond het een ideaal medium om de mensen te leren kennen.”

 

Dank Lara-Maeve voor jou bijdrage aan ons nieuwe TAPAS project. 

 

 

Matthias doet niet alleen zijn internationale stage in Fedasil Zaventem.

Matthias deed niet enkel zijn Internationale stage in Fedasil Zaventem maar werkte hier ook zijn bachelorproef uit. Het Saahaba-spel, is een spel dat eerder ontwikkeld is voor een andere bachelorproef, gebaseerd op de spiritwijzer. Matthias test dit spel uit in Fedasil en gaat  op zoek  naar de andere doeleinden die bereikt kunnen worden met het spelen van het spel. Ook is het de bedoeling om een duidelijke handleiding te schrijven voor het spelen van het spel en aanpassingen/toevoeging door te voeren.

Het idee rond zijn bachelorproef werd zeer goed onthaald.

De eerste week stage was één grote ontdekkingsreis, zowel wat betreft het gebouw en de ruimtes als de medewerkers als de bewoners. Na enkele dagen was het duidelijk dat Matthias met al zijn vragen bij de medewerkers terecht kon en dat ze er altijd voor openstaan om met alles te helpen. Ook het grootste deel van de bewoners zijn zeer open en zullen je altijd begroeten wanneer je door de gang loopt.

Zo was Matthias zijn eerste twee weken zonder verwachtingen op Fedasil begonnen maar is met een zeer positief gevoel naar huis gegaan.

 

TAPAS did another tour this academic year.

Ook dit jaar werden weer uitgenodigd een gastcollege te geven aan de Odisee Hogeschool te Brussel, Artevelde hogeschool te Gent, de Katholieke Universiteit te Leuven en de hogeschool VIVES te Brugge. 

Nogmaals dank om ons de kans te geven te vertellen over onze ergotherapie  ervaringen met vluchtelingen, asielzoekers en daklozen. 

Dit geeft ons de nodige kracht en motivatie om hiermee verder te gaan en jonge en studenten ergotherapie  de kans te bieden kennis te maken met deze nieuwe focus groepen. 

 

This year again we were invited to give a guestlecture in Odisee Hogeschool Brussels, Artevelde Hogeschool Gent, University of Leuven and Vives hogeschool Brugge.

Thanks again for giving us that opportunity to tell about our Occupational therapy experiences with refugees, asylumseekers and homeless people.

It really gives us the strength to go on with that kind of projects and give the opportunity to young OT’s and OT students to explore those new focus groups.

 

Another group of OT students in Wroclaw.

Alix en Lynn liepen stage in Polen (Wroclaw) in:

 

‘OŚRODEK  REHABILITACYJNO  –  EDUKACYJNY   DLA   WYJĄTKOWYCH   DZIECI’

 

Hieronder enkele van hun ervaringen.

 

​Het was een aangename stageplaats. Wij liepen dagelijks mee met twee engelstalige leerkrachten in een klas van zes kinderen met verschillende problematieken. De bedoeling was dat wij mee hielpen met de klasactiviteiten en ook zelf sessies gaven. De sessies die wij gaven waren vaak gebaseerd op het oefenen van de fijne motoriek.  Zo gaven wij bijvoorbeeld knipoefeningen, rijgen van parels, pinnen plaatsen volgens een patroon en nog veel meer. Wij stimuleerden de kinderen om hierbij zoveel mogelijk zelfstandig te werk te gaan.

 

Ook leuk om te vertellen is dat wij kennis gemaakt hebben met newtoniaans vloeistof. De kinderen waren hier verzot op om mee te spelen. Door bewegingen wordt de vloeistof een vaste stof en zonder bewegingen weer vloeistof. Ook is het heel gemakkelijk om op te kuisen als het opgedroogd is. Om dit te maken hadden wij maïzena, water, een mengkom en kleurstof nodig.

 

 

Thanks a lot Alix and Lynn.

Covid couldn’t stop us to bring additional help to some of our projects. Read more stories here.

Vanina and Kjersti: internship in a rehabitation center in Wroclaw Poland

“Ośrodek rehabilitacyjno – edukacyjny dla wyjątkowych dzieci”

 

 

Het was een leuke en leerrijke stage. We deden er mee met heel wat klasactiviteiten en we kregen de kans om er zelf ook een paar te geven. De sessies waren onder andere gebaseerd op fijn motorische activiteiten. Een van onze activiteiten was bijvoorbeeld vingerverven.

Ce fut un stage amusant et instructif. Nous avons participé à de nombreuses activités en classe et avons eu l’occasion d’en donner nous-mêmes. Les sessions étaient basées sur des activités de motricité fine, entre autres. Par exemple, l’une de nos activités était la peinture au doigt.

It was a fun and educational internship. We participated in a lot of class activities there and we got the chance to teach a few ourselves. The sessions included fine motor activities. For example, one of our activities was finger painting.

 

De kinderen moesten uiltjes maken door in een cirkel stippen te zetten met hun vingers. Sommigen vonden dit super leuk en andere haatten het om hun handen vuil te maken. Het eindresultaat was dan weer  heel leuk .

Les enfants devaient faire des hiboux en mettant des points dans un cercle avec leurs doigts. Certains ont adoré et d’autres ont détesté se salir les mains. Le résultat final était très bien.

The kids had to make owls by putting dots in a circle with their fingers. Some found this super fun and others hated to get their hands dirty. Then again, the end result was really fun .

Een andere voorbeeld van activiteit was knippen. De kindjes moesten een patroon volgen en dit uitknippen. sommigen waren hier heel goed in. De andere kregen nog hulp bij het knippen. Tijdens het geven van de activiteiten proberen we de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig te laten werken.

Un autre exemple d’activité était le découpage. Les enfants devaient suivre un modèle et le découper. Les autres ont reçu de l’aide pour couper. Lors des activités, nous essayons de laisser les enfants travailler de manière autonome autant que possible.

Another example of activity was cutting. The children had to follow a pattern and cut it out. some were very good at this. The others still got help with cutting. While giving the activities we try to let the children work independently as much as possible.

 

Frone en Elisa: Fedasil asylum center Zaventem – Belgium

 

In het Fedasil centrum te Zaventem worden we geconfronteerd met niet één cultuur maar met verschillende. Het feit dat je leert over verschillende culturen, rechtstreeks van de mensen zelf, maakt het enorm interessant. Het valt op dat wanneer mensen kunnen praten over hun cultuur, ze volledig openbloeien. Dit vinden we mooi. Het is zo boeiend en fascinerend om te luisteren naar de verhalen, rituelen, gewoonten, normen en waarden. Je merkt dat de cultuur, bij iedereen, van groot belang is.

Dans le centre Fedasil de Zaventem, nous ne sommes pas confrontés à une seule culture mais à plusieurs. Le fait d’apprendre à connaître les différentes cultures directement des personnes elles-mêmes rend l’expérience extrêmement intéressante. Il est frappant de constater que lorsque les gens peuvent parler de leur culture, ils s’ouvrent complètement. Nous trouvons cela magnifique. Il est tellement fascinant d’écouter les histoires, les rituels, les habitudes, les normes et les valeurs. Vous remarquez que la culture est très importante pour tout le monde.

In the Fedasil asylum center in Zaventem we are confronted with not one culture but several. The fact that you learn about different cultures directly from the people themselves makes it enormously interesting. It is striking that when people can talk about their culture, they completely blossom. We find this beautiful. It is so fascinating to listen to the stories, rituals, customs, norms and values. You notice that culture, with everyone, is of great importance.

Wederzijds tonen de mensen ook veel interesse in onze cultuur. Ze stellen vragen over onze rituelen, gewoontes, verhalen. Dan pas merk je  dat onze cultuur veel minder rijk is aan al dit soort dingen.

Je ziet ook dat er een groot verschil is tussen de culturen. Toch leven de mensen hier allemaal onder één dak. Het valt me op dat er weinig conflicten plaats vinden over cultuur. De cultuur van een ander persoon, wordt veelal sterk gerespecteerd. Eerder het feit dat de mensen hier zo een lange periode met zoveel op elkaar leven, zorgt voor conflicten. Ook hier leerden we mee omgaan.

Het is al bij al een zeer leerrijke stage geworden.

 

Life lessons for our OT students during their internship with homeless people./ levenslessen voor onze studenten ergotherapie tijdens hun stage bij daklozen.

Margot en Linde, twee ergotherapie studenten van de Odisee Hogeschool, lopen stage onder begeleiding van de TAPAS associatie,  in het initiatief voor daklozen in Brussel.

Hieronder één van hun getuigenissen. Een ware levensles. Neem de tijd om dit te lezen.

 

Margot and Linde, two OT students doing internship under supervison of TAPAS association, tell about their experience with the homeless people in Brussels.

!!!English version below!!!

 

24/09/2021

Vanochtend vertrokken we op straatronde samen met 2 vrijwilligers. Eerst maakten we elk een rugzak klaar met daarin koffie, thee, suiker, melk, koekjes, maandverband, mondmaskers enzovoort. We wisten niet meteen waar we ons aan konden verwachten. Om eerlijk te zijn waren wij de personen die in een boogje rond een dakloze liepen die ‘alweer’ stond te bedelen. Maar man, wat heeft deze dag onze visie veranderd.

Eerst kwamen we langs een jong gezin met een zoontje van amper 1 jaar oud. Ze zaten op straat, op een kapotte matras met 1 vuil deken die ze met z’n drieën deelden. Ze ontvingen ons hartelijk met een grote glimlach op hun gezicht. We vroegen of ze koffie of thee wilden. De ouders dronken koffie en voor het kind goten we thee in zijn flesje. Het kindje trok meteen onze aandacht. Met zijn grote bruine ogen staarde hij ons aan. Hij lachte naar ons. Ik raakte zijn handje aan en de papa duwde hem in mijn armen. Ik nam het kleine ventje van 1 jaar vast. Hij kon al redelijk goed rechtstaan. Hij keek iedereen van ons team aan en lachte heel lief. Ik hield een kindje vast dat misschien nooit naar school zal kunnen gaan of nooit vriendjes zal maken. Hij zal misschien nooit de kans hebben om uit te gaan als hij wat ouder is en een liefje te vinden. Zijn blik, vol onschuld. Linde en ik kregen een krop in onze keel. Nadat we het gezin verlieten, werd het even stil. We waren zo aangedaan door de uitzichtloze situatie waarin dit gezin en vooral het kind moeten leven.

Iets later kwamen we een jonge vrouw tegen in de Nieuwstraat, die borstvoeding gaf aan haar baby. We gaven haar eten, drinken en maanverband. Ze bedankte ons vriendelijk. Ze lag op een stukje matras met daarnaast een oude, vieze luier van haar baby.

Daarna ontmoetten we een gezin met 2 kinderen van ongeveer 7 jaar. Het meisje zwaaide naar ons en vroeg of alles goed ging. Ze zag de bus melk en vroeg vriendelijk of ze daar wat van mocht drinken. De jongen vroeg of we kousen hadden voor hem. Hij had een kapotte, veel te korte broek aan en een T-shirt. En enkel daarmee, en één deken dat hij deelde met heel zijn gezin, moest hij de nacht op straat doorkomen. De moeder vroeg of we nog een deken hadden voor haar. Ook dat kon niet want dat hadden we niet meer.

Onderweg vertelde één van de vrijwilligers dat als we iemand op straat zien liggen en we merken dat die niet meer beweegt, we even moeten controleren of die persoon nog leeft. Vooral in de winter sterven er veel daklozen van onderkoeling. In Brussel, dichtbij het Centraal Station, is er een boom. Daarin staan namen/zinnen gekerfd ter ere van de personen die op straat sterven. Er wordt voor elke overledene geld ingezameld om ze toch een soort van begrafenis te kunnen geven. Hij vertelde ons ook dat hij een man kende die stierf omdat hij de middelen niet had om zijn agressieve kanker te laten behandelen.

Aan de kerk kwamen we een Schotse man tegen die bier aan het drinken was. Zijn baard was lang, zijn gezicht en handen waren vuil en zijn kleren gescheurd. We gingen met hem een gesprek aan. Hij had een CVA gehad een aantal jaren geleden. Hij kon toen niet meer stappen, wat nu wel aardig lukt. Om de pijn te verdragen die hij nog steeds heeft ten gevolge van de trombose drinkt hij veel alcohol. Hij wil niet meer eten en zegt te leven van de alcohol. Hij begon te zingen en te dansen voor onze ogen. Hij leek gelukkig. En dat is waarom vele daklozen verslaafd raken aan de alcohol: om even de pijn en de zorgen te vergeten.

In een park kwam een man naar ons toe. Hij wilde graag wat koffie en een koekje. Hij vertelde ons dat hij dagenlang stapt om moe genoeg te zijn om in slaap te vallen op eender welke plaats. Hij heeft geen deken of matje en vroeg of we voor hem een jas konden meebrengen omdat hij het ’s nachts heel kou heeft. Hij vertelde ons dat het gevoel van constante honger het ergste is en dat daklozen onder elkaar veel stelen. Ze doen alles om te overleven. Hij moest een paar jaar geleden zijn huis verkopen door een natuurramp. Zijn relatie van 12 jaar was net stukgelopen en hij belandde in een neerwaartse spiraal.

Een andere vrijwilliger vertelde me over de jongeren van 12 jaar die op straat leven omdat ze hun land moesten ontvluchten. Een meisje van die leeftijd alleen op straat is een vogel voor de kat. De kans dat ze in de prostitutie of mensenhandel belandt, is zeer reëel.

We kwamen ook een man tegen met een geamputeerde arm en been. Hij heeft een metalen beenprothese maar was erop gevallen waardoor die stuk ging. Hij probeerde hem dan zelf terug in elkaar te steken, maar er was duidelijk schade zichtbaar ter hoogte van de knie. Ondertussen kwam er een man bij ons die om koffie vroeg. Hij zag er moe en droevig uit. Hij zei dat hij naar het ziekenhuis zou moeten voor een operatie en toonde zijn afgrijselijke wonde aan zijn been. Zijn vorige afspraak in het ziekenhuis was hij niet nagekomen door zijn alcoholverslaving.

De laatste mannen die we tegenkwamen waren zeer vriendelijk. Ze gingen met ons in gesprek. Ik gaf een beker koffie aan een man die erg begon te bibberen en daardoor koffie morste. Zijn reactie daarop: “It’s the alcohol, I’m so sorry.”

In totaal hebben we ongeveer 80 mensen geholpen.

Onze blik is zo verruimd en onze vooroordelen zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. Ik heb zelfs een schaamtegevoel als ik denk aan de hoeveelheid voeding die wij weggooien alsof het niks is. Als iedereen nu die wafel die teveel was in zijn tas die thuis toch in de vuilbak zou belanden of de boterham die niet opgegeten werd, aan een dakloze persoon zou geven, zouden we samen ervoor zorgen dat er iemand is die eens geen honger hoeft te lijden. Dat laatste beetje dat jij in de vuilnisbak gooide, zou iemand anders die al dagen niets heeft gegeten blij maken. Die jas die al jaren in jouw kleerkast hangt die je toch niet meer draagt omdat je hem niet meer mooi vindt, kan in de winter het leven van een kind redden. Dat dekentje dat je laatst weggooide omdat er een gat in zat zou ervoor kunnen zorgen dat iemand ’s nachts geen kou heeft. Zeker met de winter in het vooruitzicht.

Ja, mensen bedelen. Uit noodzaak. Ze zijn verplicht om te bedelen gewoonweg omdat ze dorst of honger hebben. Misschien moesten ze vluchten van oorlog of vervolging in hun land. Het zijn allemaal kwetsbare mensen. Ze kozen niet voor de situatie waar ze nu in zitten. Maar we mogen nooit vergeten dat het mensen zijn zoals jij en ik. Alleen: met een portie minder geluk in hun leven.

Wat ons opviel in Doucheflux is dat mensen, ondanks dat ze op straat leven, nog veel belang hechten aan hun voorkomen. Ze willen een mooie T-shirt bijvoorbeeld. Vaak moeten we zeggen dat die lelijke T-shirt het enige is wat overblijft. Vaak zie je dan de teleurstelling op hun gezicht verschijnen. Ze nemen er dan vrede mee, maar voelen zich er niet goed bij. Een dame had net haar haren gewassen en vroeg om een kam. Die konden we ook niet geven. Ze moest met nat, ongekamd haar de straat weer op. Voor vele vrouwen is dat net hetgeen waar ze fier op zijn en ook dat laatste stukje wordt hen afgepakt.

Wij willen een warme oproep lanceren aan iedereen die dit leest. Als er dingen zijn die je niet meer gebruikt: doneer ze aan Doucheflux of geef ze aan iemand die je op straat ziet zitten. Alles kan, ook verzorgingsproducten of speelgoed. Als ergotherapeuten weten we hoe belangrijk het is om in te zetten op self-esteem. We moeten er samen voor zorgen dat we de occupationele balans kunnen beïnvloeden. Als je een dakloze persoon ziet, vraag aan die persoon hoe hij of zij zich voelt. Jij zal misschien het enige sociale contact zijn dat die persoon die dag had. Ga nooit met vooroordelen naar zo een persoon toe. Het feit dat ze bedelen, wil zeggen dat ze hopeloos op zoek zijn naar middelen om te overleven. Wat zou jij doen in zo’n situatie? Wat zou je doen als je nergens mag werken omdat je niet aanvaard wordt door de maatschappij? Wat zou je doen als je niets meer hebt? Geen familie, geen vrienden, geen medestudenten, geen collega’s. Wat moet je doen als je al een week niets meer hebt gegeten? Niemand graait graag in vuilbakken, maar als dat is wat je moet doen om te overleven, dan zet je je fierheid opzij en dan doe je dat.

 

This morning we left on a street tour along with 2 volunteers. First we each prepared a backpack containing coffee, tea, sugar, milk, cookies, sanitary napkins, mouth masks and so on. We didn’t immediately know what to expect. To be honest, we were the ones who walked in a curve around a homeless person who was begging ‘again’. But man, how this day changed our outlook.

First, we passed a young family with a little son barely 1 year old. They were sitting on the street, on a broken mattress with 1 dirty blanket that the three of them shared. They received us warmly with big smiles on their faces. We asked if they wanted coffee or tea. The parents drank coffee and for the child we poured tea into his bottle. The child immediately caught our attention. With his big brown eyes he stared at us. He smiled at us. I touched his little hand and the dad pushed him into my arms. I took hold of the little one year old boy. He could already stand up pretty well. He looked at everyone on our team and smiled very sweetly. I was holding a little child who may never be able to go to school or make friends. He may never have the chance to go out when he is older and find a sweetheart. His look, full of innocence. Linde and I got a lump in our throats. After we left the family, there was a moment of silence. We were so touched by the hopeless situation in which this family and especially the child had to live.

A little later we met a young woman on New Street, breastfeeding her baby. We gave her food, drink and moon bandages. She thanked us kindly. She was lying on a piece of mattress with next to it an old, dirty diaper of her baby.

Then we met a family with 2 children about 7 years old. The girl waved at us and asked if everything was okay. She saw the can of milk and kindly asked if she could drink some of it. The boy asked if we had stockings for him. He was wearing tattered, far too short pants and a T-shirt. And only with that, and one blanket that he shared with all his family, he had to make it through the night on the street. The mother asked if we had another blanket for her. That wasn’t possible either because we didn’t have any more.

On the way, one of the volunteers told us that when we see someone lying on the street and we notice that they are not moving anymore, we should check if they are still alive. Especially in winter, many homeless people die of hypothermia. In Brussels, near the Central Station, there is a tree. In it are carved names/phrases in honor of those who die on the streets. Money is collected for each deceased person to still be able to give them some kind of burial. He also told us that he knew a man who died because he didn’t have the means to get his aggressive cancer treated.

At the church we met a Scottish man who was drinking beer. His beard was long, his face and hands were dirty, and his clothes were torn. We struck up a conversation with him. He had had a CVA a few years ago. He couldn’t walk then, which he can do quite well now. To endure the pain he still has as a result of the thrombosis, he drinks a lot of alcohol. He does not want to eat anymore and says he lives off alcohol. He began to sing and dance before our eyes. He seemed happy. And that’s why many homeless people get addicted to alcohol: to forget the pain and worry for a while.

In a park, a man came up to us. He wanted some coffee and a cookie. He told us that he walks for days to get tired enough to fall asleep in any place. He has no blanket or mat and asked if we could bring a coat for him because he is very cold at night. He told us that the feeling of constant hunger is the worst and that homeless people steal a lot among themselves. They will do anything to survive. He had to sell his house a few years ago due to a natural disaster. His relationship of 12 years had just broken down and he ended up in a downward spiral.

Another volunteer told me about the young people of 12 years old living on the streets because they had to flee their country. A girl of that age alone on the streets is a bird to the cat. The chance of her ending up in prostitution or human trafficking is very real.

We also came across a man with an amputated arm and leg. He has a metal leg prosthesis but had fallen on it causing it to break. He then tried to put it back together himself, but damage was clearly visible at the knee level. Meanwhile, a man came to us asking for coffee. He looked tired and sad. He said he would have to go to the hospital for surgery and showed his hideous wound on his leg. He had failed to keep his previous hospital appointment due to his alcohol addiction.

The last men we encountered were very friendly. They engaged in conversation with us. I gave a cup of coffee to a man who began to shiver very much, spilling coffee as a result. His response to that, “It’s the alcohol, I’m so sorry.”

In total, we helped about 80 people.

Our outlook has broadened so much and our prejudices have melted like snow in the sun. I even have a sense of shame when I think about the amount of food we throw away like it’s nothing. If everyone gave that waffle that was too much in their bag that would end up in the trash at home anyway, or the sandwich that wasn’t eaten, to a homeless person, together we would make sure that there is someone who doesn’t have to go hungry for once. That last bit you threw in the trash would make someone else who hasn’t eaten anything in days happy. That coat hanging in your closet for years that you don’t wear anymore because you don’t like it, could save the life of a child in winter. That blanket you threw away the other day because it had a hole in it could make sure someone doesn’t get cold at night. Especially with winter coming.

Yes, people beg. Out of necessity. They are obliged to beg simply because they are thirsty or hungry. Perhaps they had to flee from war or persecution in their country. They are all vulnerable people. They did not choose the situation they are in now. But we must never forget that they are people just like you and me. Only: with a portion less fortunate in their lives.

What struck us in Doucheflux is that, despite living on the streets, people still attach great importance to their appearance. They want a nice T-shirt, for example. Often we have to say that that ugly T-shirt is all that remains. Often you then see the disappointment appear on their faces. They then make peace with it, but don’t feel good about it. One lady had just washed her hair and asked for a comb. We could not give her one either. She had to go back out on the street with wet, uncombed hair. For many women, this is what they are proud of and this last piece is taken away from them.

We want to launch a warm appeal to everyone who reads this. If there are things you no longer use: donate them to Doucheflux or give them to someone you see on the street. Anything goes, including personal care products or toys. As occupational therapists, we know how important it is to engage in self-esteem. Together, we need to make sure we can influence occupational balance. If you see a homeless person, ask that person how he or she feels. You may be the only social contact that person had that day. Never approach such a person with prejudice. The fact that they are begging means that they are hopelessly looking for resources to survive. What would you do in such a situation? What would you do if you were not allowed to work anywhere because you were not accepted by society? What would you do if you have nothing left? No family, no friends, no fellow students, no colleagues. What would you do if you haven’t eaten anything in a week? No one likes to dig into trash cans, but if that’s what you have to do to survive, then you put your pride aside and you do it.

 

 

*** Translated with www.DeepL.com/Translator (free version) ***

 

 

Donation of TAPAS and De Twijg for three of collaborative projects.

We are very grateful to the children of primary school “De Twijg” Wijgmaal  for their donation to TAPAS who was able to donate ome money to three of their collaborative projects: Caleb center for autistic Children Kabwe Zambia, Escuela Cristal Esteli Nicaragua and Communidad Educativa Tiquipaya Bolivia.

The children gathered the money by doing a big sponsorwalk for TAPAS associacion.

Wij zijn de kinderen van basisschool “De Twijg” in Wijgmaal zeer dankbaar voor hun donatie aan TAPAS, die zo geld heeft kunnen doneren aan drie van hun samenwerkingsprojecten: Caleb centrum voor autistische kinderen Kabwe Zambia, Escuela Cristal Esteli Nicaragua en Communidad Educativa Tiquipaya Bolivia. 

De kinderen verzamelden het geld door een grote sponsorloop te doen ten voordele van TAPAS asociacion.

Creatieve activiteiten organiseren op afstand in coronatijd.

Door de strenge coronamaatregelen in het “Arrival Center Fedasil Het klein Kasteeltje” te Brussel kunnen in het centrum een vrijwilligers of stagiairs ontvangen worden.
Dat belette de vijf studenten ergotherapie van de Odisee hogeschool te Brussel niet om tijdens het paasverlof vanop afstand creatieve activiteiten te voorzien voor de kinderen van het centrum.
Tijdens het uitwerken van de opdracht hebben ze gebrainstormd en hun creativiteit ingezet. Dankzij de ondersteuning van Buro Bizzi, Luc Vercruysse (TAPAS) en Evelien De wachter (Odisee ergotherapie) kregen ze een beter beeld van de doelgroep, context en noden van de kinderen.
De kleine artiesten leefden zich alvast uit. Nadat ze zelf mandjes hadden gemaakt, kon de traditionele zoektocht naar eieren van start gaan.

Fedasil, en TAPAS danken Indra, Alexis, Nelle, Hanne en Sabine.

Nieuw TAPAS initiatief : Werken met daklozen te Brussel.

Saar, Ines en Marissa, drie studenten ergotherapie, deden opeenvolgend een participerende observatiestage van een week in DoucheFLUX. Dit is een organisatie die verschillende diensten biedt aan dak- en thuislozen te Brussel. TAPAS associatie samen met de opleiding ergotherapie van de Odisee Hogeschool te Brussel startten dit jaar de samenwerking met dit initiatief.
Het werd een enorm leerrijke en interessante stage voor onze studenten. Als ergotherapeut moet je out of the box kunnen denken. De studenten draaiden zowel mee aan de balie, deden mee de straatrondes, assisteerden bij de douches en organiseerden er ook verschillende activiteiten.
Woensdagvoormiddag bijvoorbeeld , een uitsluitend vrouwendag in DoucheFlux, werden onder andere juwelen gemaakt. Werken aan een positief zelfbeeld was het doel. Dit was een enorm succes. Enkele vrouwen maakten juwelen voor zichzelf, andere staken het in een zakje om aan hun kinderen of vriendinnen te geven. Een andere activiteit was het maken van een zelfportret. Dit was erg confronterend maar tegelijkertijd ook heel inspirerend.

Enkele punten die de studenten hebben geleerd:
– Als ergotherapeut moet je out of the box kunnen denken. Nieuwe kansen zien en grijpen is belangrijk.
– Op sommige momenten moet je ‘Ik, als ergotherapeut’ kunnen vervangen door ‘Ik, als persoon’.
– Occupational deprivation is in deze doelgroep enorm aanwezig terwijl occupational balance hier juist niet aanwezig is.
– Tijdens een activiteit is het product van de activiteit niet belangrijk, maar het proces hiervan (het meedoen met de activiteiten en de gesprekken die hieruit voortkomen).
– Tijdens een activiteit is het heel belangrijk om een veilige context te creëren zodat iedereen zich op een rustige manier kan uiten.
– Ik mag beide handen kussen dat ik alle kansen heb gekregen en ben opgegroeid in een warm huishouden.
Marissa liet zich verleiden tot het schrijven van een klein gedicht, geschreven vanuit het perspectief van de dak- en thuislozen die ze sprak:
– Je veux voler, mais mes pieds touchent toujours le sol .
– J’ entends les gens parler du gouvernement en Belgique alors que j’ai dû fuir une guerre.
– J’entends les gens parler du vent froid, alors que je ne le sens plus.
– J’entends les gens parler d’une querelle de famille, alors que je ne connais pas ma famille.
– J’entends les gens parler des tomates qu’ils n’aiment pas dans leur sandwich, alors que je n’ai pas mangé de tomates depuis des années.

Ines rapporteert ons haar ervaring met de straatronde : « Tijdens de straatronde kwam ik veel interessante personen tegen met elk hun eigen verhaal. Wat opviel was dat de personen allemaal heel dankbaar zijn voor het tasje koffie en de babbel. Ze geven zelf ook aan dat het hen deugd doet om eens met iemand te kunnen praten. Dit lijkt voor ons maar een klein gebaar maar voor hun betekent dit enorm veel.”

Saar meldt: Het was een unieke en leerrijke ervaring. Samen zoeken ze nu verder uit wat een specifieke meerwaarde ergotherapeuten kunnen hebben in een dergelijk niet traditioneel werkdomein.

Alle drie zijn ze heel blij met de kans om een compleet nieuwe doelgroep te hebben mogen leren kennen. Dit was voor hen niet alleen een leerrijke ervaring op ergotherapeutisch vlak, maar ook voor het leven.
De TAPAS associatie is blij met deze reflecties rond weeral een nieuw initiatief op hun palmares. Wordt vervolgd.