Life lessons for our OT students during their internship with homeless people./ levenslessen voor onze studenten ergotherapie tijdens hun stage bij daklozen.

Margot en Linde, twee ergotherapie studenten van de Odisee Hogeschool, lopen stage onder begeleiding van de TAPAS associatie,  in het initiatief voor daklozen in Brussel.

Hieronder één van hun getuigenissen. Een ware levensles. Neem de tijd om dit te lezen.

 

Margot and Linde, two OT students doing internship under supervison of TAPAS association, tell about their experience with the homeless people in Brussels.

!!!English version below!!!

 

24/09/2021

Vanochtend vertrokken we op straatronde samen met 2 vrijwilligers. Eerst maakten we elk een rugzak klaar met daarin koffie, thee, suiker, melk, koekjes, maandverband, mondmaskers enzovoort. We wisten niet meteen waar we ons aan konden verwachten. Om eerlijk te zijn waren wij de personen die in een boogje rond een dakloze liepen die ‘alweer’ stond te bedelen. Maar man, wat heeft deze dag onze visie veranderd.

Eerst kwamen we langs een jong gezin met een zoontje van amper 1 jaar oud. Ze zaten op straat, op een kapotte matras met 1 vuil deken die ze met z’n drieën deelden. Ze ontvingen ons hartelijk met een grote glimlach op hun gezicht. We vroegen of ze koffie of thee wilden. De ouders dronken koffie en voor het kind goten we thee in zijn flesje. Het kindje trok meteen onze aandacht. Met zijn grote bruine ogen staarde hij ons aan. Hij lachte naar ons. Ik raakte zijn handje aan en de papa duwde hem in mijn armen. Ik nam het kleine ventje van 1 jaar vast. Hij kon al redelijk goed rechtstaan. Hij keek iedereen van ons team aan en lachte heel lief. Ik hield een kindje vast dat misschien nooit naar school zal kunnen gaan of nooit vriendjes zal maken. Hij zal misschien nooit de kans hebben om uit te gaan als hij wat ouder is en een liefje te vinden. Zijn blik, vol onschuld. Linde en ik kregen een krop in onze keel. Nadat we het gezin verlieten, werd het even stil. We waren zo aangedaan door de uitzichtloze situatie waarin dit gezin en vooral het kind moeten leven.

Iets later kwamen we een jonge vrouw tegen in de Nieuwstraat, die borstvoeding gaf aan haar baby. We gaven haar eten, drinken en maanverband. Ze bedankte ons vriendelijk. Ze lag op een stukje matras met daarnaast een oude, vieze luier van haar baby.

Daarna ontmoetten we een gezin met 2 kinderen van ongeveer 7 jaar. Het meisje zwaaide naar ons en vroeg of alles goed ging. Ze zag de bus melk en vroeg vriendelijk of ze daar wat van mocht drinken. De jongen vroeg of we kousen hadden voor hem. Hij had een kapotte, veel te korte broek aan en een T-shirt. En enkel daarmee, en één deken dat hij deelde met heel zijn gezin, moest hij de nacht op straat doorkomen. De moeder vroeg of we nog een deken hadden voor haar. Ook dat kon niet want dat hadden we niet meer.

Onderweg vertelde één van de vrijwilligers dat als we iemand op straat zien liggen en we merken dat die niet meer beweegt, we even moeten controleren of die persoon nog leeft. Vooral in de winter sterven er veel daklozen van onderkoeling. In Brussel, dichtbij het Centraal Station, is er een boom. Daarin staan namen/zinnen gekerfd ter ere van de personen die op straat sterven. Er wordt voor elke overledene geld ingezameld om ze toch een soort van begrafenis te kunnen geven. Hij vertelde ons ook dat hij een man kende die stierf omdat hij de middelen niet had om zijn agressieve kanker te laten behandelen.

Aan de kerk kwamen we een Schotse man tegen die bier aan het drinken was. Zijn baard was lang, zijn gezicht en handen waren vuil en zijn kleren gescheurd. We gingen met hem een gesprek aan. Hij had een CVA gehad een aantal jaren geleden. Hij kon toen niet meer stappen, wat nu wel aardig lukt. Om de pijn te verdragen die hij nog steeds heeft ten gevolge van de trombose drinkt hij veel alcohol. Hij wil niet meer eten en zegt te leven van de alcohol. Hij begon te zingen en te dansen voor onze ogen. Hij leek gelukkig. En dat is waarom vele daklozen verslaafd raken aan de alcohol: om even de pijn en de zorgen te vergeten.

In een park kwam een man naar ons toe. Hij wilde graag wat koffie en een koekje. Hij vertelde ons dat hij dagenlang stapt om moe genoeg te zijn om in slaap te vallen op eender welke plaats. Hij heeft geen deken of matje en vroeg of we voor hem een jas konden meebrengen omdat hij het ’s nachts heel kou heeft. Hij vertelde ons dat het gevoel van constante honger het ergste is en dat daklozen onder elkaar veel stelen. Ze doen alles om te overleven. Hij moest een paar jaar geleden zijn huis verkopen door een natuurramp. Zijn relatie van 12 jaar was net stukgelopen en hij belandde in een neerwaartse spiraal.

Een andere vrijwilliger vertelde me over de jongeren van 12 jaar die op straat leven omdat ze hun land moesten ontvluchten. Een meisje van die leeftijd alleen op straat is een vogel voor de kat. De kans dat ze in de prostitutie of mensenhandel belandt, is zeer reëel.

We kwamen ook een man tegen met een geamputeerde arm en been. Hij heeft een metalen beenprothese maar was erop gevallen waardoor die stuk ging. Hij probeerde hem dan zelf terug in elkaar te steken, maar er was duidelijk schade zichtbaar ter hoogte van de knie. Ondertussen kwam er een man bij ons die om koffie vroeg. Hij zag er moe en droevig uit. Hij zei dat hij naar het ziekenhuis zou moeten voor een operatie en toonde zijn afgrijselijke wonde aan zijn been. Zijn vorige afspraak in het ziekenhuis was hij niet nagekomen door zijn alcoholverslaving.

De laatste mannen die we tegenkwamen waren zeer vriendelijk. Ze gingen met ons in gesprek. Ik gaf een beker koffie aan een man die erg begon te bibberen en daardoor koffie morste. Zijn reactie daarop: “It’s the alcohol, I’m so sorry.”

In totaal hebben we ongeveer 80 mensen geholpen.

Onze blik is zo verruimd en onze vooroordelen zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. Ik heb zelfs een schaamtegevoel als ik denk aan de hoeveelheid voeding die wij weggooien alsof het niks is. Als iedereen nu die wafel die teveel was in zijn tas die thuis toch in de vuilbak zou belanden of de boterham die niet opgegeten werd, aan een dakloze persoon zou geven, zouden we samen ervoor zorgen dat er iemand is die eens geen honger hoeft te lijden. Dat laatste beetje dat jij in de vuilnisbak gooide, zou iemand anders die al dagen niets heeft gegeten blij maken. Die jas die al jaren in jouw kleerkast hangt die je toch niet meer draagt omdat je hem niet meer mooi vindt, kan in de winter het leven van een kind redden. Dat dekentje dat je laatst weggooide omdat er een gat in zat zou ervoor kunnen zorgen dat iemand ’s nachts geen kou heeft. Zeker met de winter in het vooruitzicht.

Ja, mensen bedelen. Uit noodzaak. Ze zijn verplicht om te bedelen gewoonweg omdat ze dorst of honger hebben. Misschien moesten ze vluchten van oorlog of vervolging in hun land. Het zijn allemaal kwetsbare mensen. Ze kozen niet voor de situatie waar ze nu in zitten. Maar we mogen nooit vergeten dat het mensen zijn zoals jij en ik. Alleen: met een portie minder geluk in hun leven.

Wat ons opviel in Doucheflux is dat mensen, ondanks dat ze op straat leven, nog veel belang hechten aan hun voorkomen. Ze willen een mooie T-shirt bijvoorbeeld. Vaak moeten we zeggen dat die lelijke T-shirt het enige is wat overblijft. Vaak zie je dan de teleurstelling op hun gezicht verschijnen. Ze nemen er dan vrede mee, maar voelen zich er niet goed bij. Een dame had net haar haren gewassen en vroeg om een kam. Die konden we ook niet geven. Ze moest met nat, ongekamd haar de straat weer op. Voor vele vrouwen is dat net hetgeen waar ze fier op zijn en ook dat laatste stukje wordt hen afgepakt.

Wij willen een warme oproep lanceren aan iedereen die dit leest. Als er dingen zijn die je niet meer gebruikt: doneer ze aan Doucheflux of geef ze aan iemand die je op straat ziet zitten. Alles kan, ook verzorgingsproducten of speelgoed. Als ergotherapeuten weten we hoe belangrijk het is om in te zetten op self-esteem. We moeten er samen voor zorgen dat we de occupationele balans kunnen beïnvloeden. Als je een dakloze persoon ziet, vraag aan die persoon hoe hij of zij zich voelt. Jij zal misschien het enige sociale contact zijn dat die persoon die dag had. Ga nooit met vooroordelen naar zo een persoon toe. Het feit dat ze bedelen, wil zeggen dat ze hopeloos op zoek zijn naar middelen om te overleven. Wat zou jij doen in zo’n situatie? Wat zou je doen als je nergens mag werken omdat je niet aanvaard wordt door de maatschappij? Wat zou je doen als je niets meer hebt? Geen familie, geen vrienden, geen medestudenten, geen collega’s. Wat moet je doen als je al een week niets meer hebt gegeten? Niemand graait graag in vuilbakken, maar als dat is wat je moet doen om te overleven, dan zet je je fierheid opzij en dan doe je dat.

 

This morning we left on a street tour along with 2 volunteers. First we each prepared a backpack containing coffee, tea, sugar, milk, cookies, sanitary napkins, mouth masks and so on. We didn’t immediately know what to expect. To be honest, we were the ones who walked in a curve around a homeless person who was begging ‘again’. But man, how this day changed our outlook.

First, we passed a young family with a little son barely 1 year old. They were sitting on the street, on a broken mattress with 1 dirty blanket that the three of them shared. They received us warmly with big smiles on their faces. We asked if they wanted coffee or tea. The parents drank coffee and for the child we poured tea into his bottle. The child immediately caught our attention. With his big brown eyes he stared at us. He smiled at us. I touched his little hand and the dad pushed him into my arms. I took hold of the little one year old boy. He could already stand up pretty well. He looked at everyone on our team and smiled very sweetly. I was holding a little child who may never be able to go to school or make friends. He may never have the chance to go out when he is older and find a sweetheart. His look, full of innocence. Linde and I got a lump in our throats. After we left the family, there was a moment of silence. We were so touched by the hopeless situation in which this family and especially the child had to live.

A little later we met a young woman on New Street, breastfeeding her baby. We gave her food, drink and moon bandages. She thanked us kindly. She was lying on a piece of mattress with next to it an old, dirty diaper of her baby.

Then we met a family with 2 children about 7 years old. The girl waved at us and asked if everything was okay. She saw the can of milk and kindly asked if she could drink some of it. The boy asked if we had stockings for him. He was wearing tattered, far too short pants and a T-shirt. And only with that, and one blanket that he shared with all his family, he had to make it through the night on the street. The mother asked if we had another blanket for her. That wasn’t possible either because we didn’t have any more.

On the way, one of the volunteers told us that when we see someone lying on the street and we notice that they are not moving anymore, we should check if they are still alive. Especially in winter, many homeless people die of hypothermia. In Brussels, near the Central Station, there is a tree. In it are carved names/phrases in honor of those who die on the streets. Money is collected for each deceased person to still be able to give them some kind of burial. He also told us that he knew a man who died because he didn’t have the means to get his aggressive cancer treated.

At the church we met a Scottish man who was drinking beer. His beard was long, his face and hands were dirty, and his clothes were torn. We struck up a conversation with him. He had had a CVA a few years ago. He couldn’t walk then, which he can do quite well now. To endure the pain he still has as a result of the thrombosis, he drinks a lot of alcohol. He does not want to eat anymore and says he lives off alcohol. He began to sing and dance before our eyes. He seemed happy. And that’s why many homeless people get addicted to alcohol: to forget the pain and worry for a while.

In a park, a man came up to us. He wanted some coffee and a cookie. He told us that he walks for days to get tired enough to fall asleep in any place. He has no blanket or mat and asked if we could bring a coat for him because he is very cold at night. He told us that the feeling of constant hunger is the worst and that homeless people steal a lot among themselves. They will do anything to survive. He had to sell his house a few years ago due to a natural disaster. His relationship of 12 years had just broken down and he ended up in a downward spiral.

Another volunteer told me about the young people of 12 years old living on the streets because they had to flee their country. A girl of that age alone on the streets is a bird to the cat. The chance of her ending up in prostitution or human trafficking is very real.

We also came across a man with an amputated arm and leg. He has a metal leg prosthesis but had fallen on it causing it to break. He then tried to put it back together himself, but damage was clearly visible at the knee level. Meanwhile, a man came to us asking for coffee. He looked tired and sad. He said he would have to go to the hospital for surgery and showed his hideous wound on his leg. He had failed to keep his previous hospital appointment due to his alcohol addiction.

The last men we encountered were very friendly. They engaged in conversation with us. I gave a cup of coffee to a man who began to shiver very much, spilling coffee as a result. His response to that, “It’s the alcohol, I’m so sorry.”

In total, we helped about 80 people.

Our outlook has broadened so much and our prejudices have melted like snow in the sun. I even have a sense of shame when I think about the amount of food we throw away like it’s nothing. If everyone gave that waffle that was too much in their bag that would end up in the trash at home anyway, or the sandwich that wasn’t eaten, to a homeless person, together we would make sure that there is someone who doesn’t have to go hungry for once. That last bit you threw in the trash would make someone else who hasn’t eaten anything in days happy. That coat hanging in your closet for years that you don’t wear anymore because you don’t like it, could save the life of a child in winter. That blanket you threw away the other day because it had a hole in it could make sure someone doesn’t get cold at night. Especially with winter coming.

Yes, people beg. Out of necessity. They are obliged to beg simply because they are thirsty or hungry. Perhaps they had to flee from war or persecution in their country. They are all vulnerable people. They did not choose the situation they are in now. But we must never forget that they are people just like you and me. Only: with a portion less fortunate in their lives.

What struck us in Doucheflux is that, despite living on the streets, people still attach great importance to their appearance. They want a nice T-shirt, for example. Often we have to say that that ugly T-shirt is all that remains. Often you then see the disappointment appear on their faces. They then make peace with it, but don’t feel good about it. One lady had just washed her hair and asked for a comb. We could not give her one either. She had to go back out on the street with wet, uncombed hair. For many women, this is what they are proud of and this last piece is taken away from them.

We want to launch a warm appeal to everyone who reads this. If there are things you no longer use: donate them to Doucheflux or give them to someone you see on the street. Anything goes, including personal care products or toys. As occupational therapists, we know how important it is to engage in self-esteem. Together, we need to make sure we can influence occupational balance. If you see a homeless person, ask that person how he or she feels. You may be the only social contact that person had that day. Never approach such a person with prejudice. The fact that they are begging means that they are hopelessly looking for resources to survive. What would you do in such a situation? What would you do if you were not allowed to work anywhere because you were not accepted by society? What would you do if you have nothing left? No family, no friends, no fellow students, no colleagues. What would you do if you haven’t eaten anything in a week? No one likes to dig into trash cans, but if that’s what you have to do to survive, then you put your pride aside and you do it.

 

 

*** Translated with www.DeepL.com/Translator (free version) ***